Waterdoorlatende bestrating
Waterdoorlatende bestrating - 5 ontwerpfactoren om rekening mee te houden
Waterregulerende bestrating heeft als voordelen dat het neerslagpieken opvangt op de plek waar het valt, uitdroging voorkomt, en een relatief lage investering is, wanneer de straat gereconstrueerd moet worden. In dit artikel worden 5 factoren voor het ontwerp toegelicht die beschreven staan in de whitepaper waterregulerende bestrating.
1. Locatie
Geschikte locaties zijn woonstraten, speelpleinen, parkeervakken en parkeerterreinen omdat deze een lage verkeersbelasting hebben en er een kleinere kans is op calamiteiten met olie en andere stoffen die het grondwater kunnen vervuilen. Minder geschikte locaties zijn evenemententerreinen, markten, industriegebieden en wegen met landbouwverkeer.
2. Natuurlijke ondergrond
De natuurlijke ondergrond moet een hoge K-waarde hebben, zodat infiltratie kan plaatsvinden zonder dat er aanvullende maatregelen zijn om het hemelwater bij een groot aanbod af te voeren. Ideaal gezien zijn dit zandgronden met een doorlatendheid van K > 10-6 m/s en een CBR van 40 tot 80%. De natuurlijke ondergrond bepaalt in grote mate welk systeem (A, B of C) toegepast kan worden. De kaart van Nederland geeft een indicatie.
Copyright Struyk Verwo Infra
Copyright Struyk Verwo Infra
3. Neerslagintensiteit
De neerslagintensiteit wordt gebruikt om zowel de benodigde bergingscapaciteit van de fundering (in mm) als de infiltratiesnelheid (ltr/sec/ha) van de stenen te berekenen. In de leidraad riolering hanteert RIONED een minimale afvoercapaciteit voor een regenbui type 08, waarbij geen water op straat komt te staan. Deze bui heeft een neerslagintensiteit van 19,8 mm/uur en komt elke twee jaar voor. Bij waterregulerende bestrating moet daarnaast ook de verhouding tussen het totale afstromende oppervlak en het infiltrerende oppervlak als factor meegenomen worden.
4. Verkeersbelasting
Voor de dimensionering van de waterbergende fundering dient altijd rekening te worden gehouden met het type verkeer, de hoeveelheid passerende voertuigen en de stabiliteit van de ondergrond. Als blijkt dat de funderingsdikte voor verkeersbelastingen ontoereikend is om als buffer te dienen, wordt de te behalen bergingscapaciteit leidend voor de funderingsdikte en vice versa.
5. Vervuiling
Vuil dat op de straat terecht komt, zorgt voor dichtslibbing van de bovenste laag van de waterdoorlatende bestrating waardoor het functioneren na verloop van tijd afneemt. Vuil kan afkomstig zijn bladeren, afgespoelde aarde van groenvakken of stofdeeltjes uit de atmosfeer die op de wegen neerslaan. Regelmatig inspecteren en onderhouden van de bestrating is – net als bij riolering – essentieel en moet daarom in de jaarlijkse budgetten worden meegenomen.